italiaansch geschiedschrijver, geb. 1531 in de napelsche stad Lecce, gest. te Florence 1601. Na eenigen tijd een zeer avontuurlijk leven geleid te hebben, verbond hij zich aan den groothertog Cosmo de Medicis, die hem de taak opdroeg de geschiedenis van Florence te schrijven; en opdat hij door geen dagelijksche zorgen van dezen arbeid zou worden afgetrokken, werd hem door kardinaal Ferdinand de Medicis in diens paleis huisvesting verleend met de inkomsten van een goed canonicaat.
Zijn voornaamste, doch uit den aard der zaak niet met onpartijdigheid geschreven werk is de “Geschiedenis van Florence”, aldaar in het licht verschenen in twee gedeelten (1600 en 1641, in fol.). Bij zijn overlijden vermaakte hij zijne nalatenschap aan een jongeling met name Bianchi, die nu den naam aannam van Ammirato Junior, en verscheidene zijner werken in het licht gaf.