Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Schwerin

betekenis & definitie

1) het oude Squirsina, hoofdstad van ’t groothertogdom Mecklenburg-Schwerin, aan het groote Scktoeriner-meer, 13 uren gaans bezuidooslen Luheck; 23,500 inw.; ingenomen door de Pruisen in 1750; door de Franschen bezet in 1806.

2) stad in pruis. Posen, aan de Warta, ruim 6 uren g. bewesten Birnbaum: 6400 inw.