beroemd oriëntalist,geb.1599 te Rouaan, zoon van een hervormd predikant en zelf dominé te Caen. Hij verslond de meeste oostersche talen: Hebreeuwsch, Syrisch, Chaldeesch, Arabisch, Ethiopisch, enz.
Christina, koningin van Zweden, was verlangend om hem te zien; op hare uitnoodiging kwam hij 1652 naar Stokholm, waar hij met de meeste onderscheiding ontvangen werd. Te Caen teruggekeerd, was hij in de akademie aldaar aan het disputeren tegen Huet (1667) toen hij plotseling stierf. Zijne voornaamste werken zijn : eene "Gewijde Geographie” in het Latijn, welke hij in twee gedeelten uitgaf onder de titels Phaleg en Chanaan; wijders Hierozoicon, ou Histoire des aniniaux de TEcriture (herdrukt 3 dln. Leipzig 1793 - 6); Traité des minéraux, des plantes, des pierrerics, dont la Bible fait mention; Traité du paradis terrestre. De werken van B. zijn gezamentlijk herdrukt te Levden 1712 in 3 fol. dln. ‘