Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Samojeden

betekenis & definitie

in hunne eigene taal Khasowagenaamd, een volk in het uiterste noordoosten van Europa en noordwesten van Azië; ze belmoren tot den grooten altaïschen volkeren-stam, en zijn door de Russen verward met de Laplanders of Lappen (vandaar hun russische naam S„ van Sameanda, den russiscben naam van Lapland). De S. zijn voor het grootste gedeelte nog Heidenen; van de taal, die ze spreken, leverde Castrén eene spraakkunst (Pctersbarg 1854) en een woordenboek (Petersb. 1855).

< >