Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Rufinus

betekenis & definitie

minister van Theodosius I en van Arcadius, geb. omstr. 350 te Elusa in At|uilanië, maakte naam als advocaat of rechtsgeleerde, beviel Theodosius, die hem medenam naar Constantinopel, werd grootmester van diens paleis, daarna consul, gaf den raad tot de slachting te Thessalonica (390), deed Tatianusden prefect van het pretorium ombrengen, en maakte zich van diens ambt meester (392), usurpeerde bij den dood van Theodosius (395) de voogdij over Arcadius, keizer van het Ooslersche rijk, en maakte zich algemeen verafschuwd door zijne misdaden en door zijne dwingelandij. Hij had hoogloopende geschillen metStilicho, den voogd van Houorius, keizer van het Westersche rijk, die zijn gezag over hel gelieeie rijk wilde uitbreiden.

Om zich op Stilicho te wreken, zegt men, riep hij de Gothen te hulp, die groote verwoestingen in het rijk aanrichtten. Door allerlei kuiperijen had R. het zoo ver gebracht, dal zijne dochter de vrouw stond te worden van Arcadius, welk plan echter door Eulropiiis verijdeld werd. Toen de troepen van Stilicho de stad Constantinopel binnenrukten, werd R. door den golhischen veldheer Gainas, die daartoe aangehitst was door Stilicho, voor de oogen van Arcadius omgebracht (Nov. 395).

< >