Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Rudolf (Duitschland)

betekenis & definitie

naam van twee duitsche keizers, nl.:

I, geb. 1 Mei 1218, oudste zoon van graaf AIbrecht IV van Habsbnrg, werd 1273 tot Roomsch keizer verkoren, en 28 Oct. van dat jaar als zoodanig te Aken gekroond. Hij overwon 1278 den tegen hem in verzet gekomen koning Ottokar van Bohemen, die in den slag op hel Marchfeld sneuvelde. In 1291 stierf R. I te Germersheim (20 Sept.), werd te Spiers bijgezet, en had lot opvolger Adolf van Nassau.

II, geb. 18 Juli 1552, zoon van keizer Maximiliaan 11, werd 1572 koning van Hongarije, 1575 van Bohehem, en 12 Oct. 1576 keizer, waarna hij zijnen residentie hoofdzakelijk te Praag hield, zich bijna uitsluitend bezighoudende met geleerdheid, voornamelijk met alchimie en astrologie en de regeeringszaken verwaarloozende. Tycho Brahe en Keppler leefden aan zijn hof; door hem liet hij den loop der sterren berekenen, welke berekeningen hem ter eere de Rudolfijmche Tafelen genoemd zijn. Hij stierf ongehuwd 30 Jan. 1612, en werd opgevolgd door zijn broeder Mathias.

< >