geb. 1808 in Virginia uit ouders, die tot de hooge aristocratie behoorden, werd te Westpoint opgeleid tot officier, en was in den mexicaanschen oorlog hoofd-ingenieur van generaal Wool. Sedert 1852 militaire directeur der akademie te Weslpoint, werd hij tijdens den Krim-oorlog met M’Clellan naar Europa gezonden, om krijgskundige studiën te maken.
In 1861 (25 April) legde hij zijne waardigheid neder, om dadelijk daarop als generaalmajoor op te treden in het leger der Geconfedereerde zuidelijke staten, die zich van de Unie losgescheurd hadden. Over dat leger werd hij met het opperbevel bekleed, totdat hij dit in den zomer van 1861 moest overdragen aan Beauregard. Toen deze echter in Febr. 1862 naar Tennessee snelde, werd L. weder aan het hoofd der armee in Virginia geplaatst, en leverde aan de Unionisten eene reeks van bloedige veldslagen, waardoor de kansen voor de Geconfedereerden zich lang hebben staande gehouden. Ónmogelijk echter was het voor één man, om alle misslagen van vele anderen te vergoeden, en altijd zegevierend het hoofd te blijven bieden aan de overmachtige strijdkrachten der Unie, aangevoerd door militaire talenten als Grant en Sherman, de waardige tegenstanders van een man als L.; 9 April 1865 was L. genoodzaakt zich met 25,000 man op het militaire woord van eer over te geven, eene overgave, die hem als mensch tot eere strekte, gelijk zijne gansche loopbaan hem tot eere gestrekt heeft als hoogst bekwaam veldheer en als onverschrokken held.