Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Rama (Indië)

betekenis & definitie

in de Indische legenden de 7e incarnatie van Wisjnoe, was de zoon van Dasaratha, koning van Ayodhya. Hij werd grootgebracht door Wasisjtha, ontkwam aan de strikken, die hem gespannen werden door zijne vijanden, en toog met den brahma Wisoeamitra door de wereld, overal de reuzen verdelgende.

Aan het hof van Dzjanaka aangekomen, won hij bij eenen boogscbutterswedstrijd de hand der schoone prinses Sita, en keerde, van zijne jonge gemalin vergezeld, in zegepraal terug in het paleis van Ayodhya; doch reeds spoedig zag hn zich genoodzaakt dat paleis weder te verlaten: Dasaratha, zijn vader, gebonden door eenen schandelijken eed, die hem was afgedwongen door zijne laatste vrouw, zond R. in ballingschap voor 12 jaren, en verzekerde den troon aan zijnen jongsten zoon Bharata. In zijne ballingschap had R. een trouwen metgezel, nt. zijn broeder Laksjmana, en onderscheidde zich in dien tijd ook nog door wonderacbtige heldendaden, zoomede door strenge boele-plegingen. Toen de 12 jaren om waren, keerde hij naar Ayodhya terug, waar zijn vader inmiddels van droefheid gestorven was. Hij liet Bharata den troon behouden, doch toog ten strijde tegen Rawana, koning van Lanka (Ceylon), die Sita weggevoerd had: hij overwon Rawana, doodde bem, en nam Sita weder tot zich. Dezen krijgstocht volbracht hebbende, ging R. een koninkrijk slichten op de kust van Indië, tegenover Lanka, gaf aan de bevolking van dat rijk wetten en onderricht in kunsten, landbouw en godsdienst, en keerde toen terug naar den hemel, zijne Sita medenemende, en zijn rijk overgevende aan zijneu zoon Koessja. Sommigen hebben in R. den Bacchus der Grieken willen herkennen. De lotgevallen van R. zijn bezongen door Valmiky in een beroemd indisch dichtstuk, getiteld Ramayana (zie dat art.).

< >