zoon van Venus en Bacchus, was de god der tuinen en wijngaarden, alsook der ontuchtige vermaken. Hij werd voornamelijk te Lampsacus vereerd, en zijne feesten kenmerkten zich door de schandelijkste tooneelen van wulpschheid en liederlijkheid.
Te Rome was de eeredienst van P. minder walgelijk. Hij wordt gewoonlijk afgebeeld met bokspooten en hoornen, met haar over ‘t gansche lichaam, en met een afzichtelijk groot teellid (phallus). Zijne feesten werden Priapeeën genoemd.