(meervoud PONTIFICES), bij de Romeinen elk der door Nrnna aangeslelde vier priesters; later werd hun getal op vijftien gebracht, waarvan 8 majores en 7 minores. Boven allen stond de P. maximus of hoogepriester, die benoemd was voor zijn geheele leven: deze hooge waardigheid vereeuigde Augustus met het keizerschap, en al zijne opvolgers deden eveneens, zoodnt de keizers den titel van P. maximus voerden tot op Gralianus (385 na Ciir.).
Al de Pontifices gezamenlijk vormden het Collegium .ponlificum. De naam P. is afgeleid van pons en facere, omdat ze oudtijds gesteld waren over het maken van de bruggen van Rome.