nederlandsch zeeheld, geb. 1578 te Delfshaven, begon zijne loopbaan als scheepsjongen, viel verscheidene malen in handen der Spanjaarden, was 1624 opgeklommen tot vice-admiraal der Westindische Compagnie, had eenigen tegenspoed 1625 in Brazilië, doch volbracht 1627 een meesterstuk van zeemans-stoutheid, door 22 vijandelijke schepen met rijken buit uit de haven van Bahia te slepen; 1628 als admiraal met eene vloot van 24 schepen uitgezonden om de Spaansche Zilvervloot op te sporen, bemachtigde hij die (met een buit van 12 millioen) in de baai Matanza. Tot luitenant-admiraal van Holland bevorderd, kwam hij 20 Juni 1629 bij een tocht tegen de Duinkerkers in gevecht met 3 kaperschepen, die bemachtigd werden, doch de kloeke P.
H. sneuvelde reeds in den aanvang van den strijd.