Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Papa

betekenis & definitie

1) groot marktvlek in het hongaarsche comitaat Veszprim, aan de Tapolcza, 11 uren gaans benoordw. Veszprim; 13,000 inw.; was voorheen vesting.

2) het Araxus promontorium der ouden, kaap van Griekenland, aan de noordwestkust van Morea, bij de invaart van de Golf van Patras.
3) bergketen in het rijk van Atjeen, op het nederl. O. I. eiland Sumatra.
4) dorp op Java, resid. Baglen; 25 Juli 1829 overwinning der nederl. troepen op de muitelingen.