Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Pandora

betekenis & definitie

d. i. de Albegaafde, de Eva (dat wil zeggen de eerste vrouw) der grieksche fabelleer. Vertoornd omdat Prometheus het hemelvuur geroofd had, droegen de góden aan Vulcanus de taak op, eene vrouw te scheppen tot der mannen verderf.

Toen Vulcanus dat beeld afgewerkt had, werd het bezield door Minerva, en met allerlei bekoorlijkheden toegerust door de góden, die haar elk een geschenk gaven (vandaar haar naam P., afgeleid van pa», alles, en doron, geschenk of gave). Nu werd P. door Jupiter tot Prometheus gezonden met eene doos, waarin alle bedenkelijke onheilen zaten. Prometheus echter vertrouwde de zaak niet, en Wees P. met hare geschenken van de hand; doch zijn broeder Epimetheus nam haar tot vrouw, opende de doos, en werd zoodoende oorzaak, dat alle bedenkelijke onheilen zich over de aarde verspreidden. Onder in de doos bleef alleen de Hoop liggen. Het openen van de doos van P. was voor de aarde het begin van de Ijzeren eeuw.

< >