Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Othman

betekenis & definitie

of Osman, naam van drie turksche sultans, nl.:

I, bijgenaamd al-Ghazi, d. i. de Overwinnende, stichter van het Turksche rijk, geb. te Soekoet in Bithynië 1259, zoon van den hordenvorst Ortoghroel, werd 1288 zijns vaders opvolger als vorst der borde, en veroverde verscheidene naburige rijkjes, die ontstaan waren uit de verbrokkeling (1294) van het rijk der Seldzjoecieden; hij. veroverde Kara-Hissar, breidde zijn gebied uit tot aan de Zwarte Zee, en stierf 1326. Zijne onderdanen werden naar hem Osmanen genoemd, en zijn rijk heette het Osmanische rijk.

II, zoon van Achmed I, geb. 1605, werd op 13-jarigen leeftijd (1618) op den troon van zijnen afgezetten oom Mustapha 1 geplaatst, sloot vrede met Perzië, ondersteunde Bethlem-Gabor in Hongarije tegen Ferdinand II (1619), rukte tegen de Polen op (1621), doch werd verslagen bij Choczim, en zag zich genoodzaakt eenen vernederenden vrede te sluiten. Hij wierp de schuld van zijne tegenheden op de Janitsaren, die nu legen hem in opstand kwamen, en hem wurgden (1622). Hij was pas 17 jarenoud.

III, zoon van Mustapha II, volgde 1754 zijn broeder Mahmoed II op, en regeerde slechts kort, daar zijn plotselinge dood reeds in 1757 zijnen neef Mustapha III op den troon bracht.

< >