het zoontje van Lycurgus, koning van Nemea, die het kind ter verzorging toevertrouwde aan Hypsipyle (zie dat art.). Toen de zeven vorsten, die tegen Thebe ten strijd logen.
Nemea aandeden, liet Hypsipyle het prinsje een oogenblik zonder toezicht, ten einde aan de zeven helden eene waterbron aan te wijzen, en toen zij terugkeerde was O. door eene vergiftige slang gebeten, waaraan hij stierf. De zeven vorsten bestelden het kind ter aarde, en stelden hem ter eere de Nemet'che spelen in; doch een hunner (Amphiaraiis) deed de voorspelling, dat het hun juist zon gaan als dit kind : daarom gaven zij toen aan O. den bijnaam van Archemorus, d. i. Voorganger in het ongeluk.