Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Oostbroek

betekenis & definitie

1) volgens sommigen deoorspronkelijke naam van het gron. dorp Znidbroek, toen dit nog met Noonlbroek vereenigd was.

2) voormalige abdij in de prov. (en 1 uur gaans beoosten de stad) Utrecht, gesticht in 't begin der 12e eeuw, afgebroken 1580.

< >