Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Oléron

betekenis & definitie

1) het oude üliarus en Olario, eiland ter westkust van Frankrijk, in de Golf van Biscaya, voor den mond der Charente, behoort tot het fransche dept. Beneden-Charenle, is 4j- vierk. mijl groot, met 18,000 bewoners, en bevat twee stadjes, nl.

Oléron of Chateau-d'Oléron en St.-Pierre d'O., benevens het gehucht Sl.-George d’O. Dit eiland behoorde lang aan de graven van Anjou en aan de hertogen van Aquitanië, werd aan Frankrijk gebracht door Karel V, vervolgens bemachtigd door de Engelschen, later heroverd door Karel VII; dikwijls ver- en heroverd in den tijd derLigue; werd door Lodewijk XIF versterkt. De Coulume d'Oléron, lang vermaard geweest als zeewet, dagteekende van den heiligen Lodewijk.2) stad op bovengenoemd eiland O. Zie n° 7 van CHATEAU.
3) stad en gehucht op O. Zie ST.-GEOBGE en ST.-PIERRE.
4) stad in 't fransebe dept. Basses-Pyrénées. Zie het art. OLORON.

< >