Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Noach

betekenis & definitie

zoon van Lamech, werd volgens den Bijbel om zijne godsvrucht gespaard, toen het gansche menschdom door den Zondvloed verdelgd werd. Met hem gespaard werden: zijne vrouw, zijne drie zonen (de Noachieden), Sem, Cham en Japhet gebeden, benevens hunne vrouwen.

Zoodoende werd N. de tweede stamvader van het menschdom. Toen de Zondvloed van de aarde was geweken, plantte N. den wijnstok, ging zich echter bij den eersten oogst dermate aan wijn te buiten, dat hij zijnen zoon Cham aanleiding gaf om hem te bespotten, weswege Cham door God vervloekt werd. De geschiedenis van N. is in het O. T. verhaald in de hoofdstukken 5—10 van Genesis; hij wordt overigens nog in den Bijbel vermeld I Chron. 1:4; Jezaia 54: 9; Ezech. 14: 14,20; Matth. 24: 37 en 38; Lucas 3: 36; 17: 26, 27; Hebr. 11: 7; I Petr. 3: 20; II Petr. 2: 5.

< >