Wat is de betekenis van Noach?

2024-04-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Noach

Hebreeuws 'rust, troost'; ook verklaard als verkorting van Choerritisch Nachmolei (Soemerisch Zioed-soedra 'lang leven'), een naam voorkomend in het Gilgamesj-epos. Wegens zijn rechtschapenheid werd Noach door God gered van de zondvloed in de ark (Zie de Bijbel, Genesis 6). Noë in Zuid-Nederland in de 16e eeuw; in het noorden Noach niet voor de 17e...

2024-04-25
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Noach

Noach, persoon uit het Oude Testament, bouwer van een schip (de ark) om de zondvloed te overleven; verzamelaar van paren van alle diersoorten die hij vervolgens in de ark onderbracht. Ark van Noach, arke Noachs, het schip dat Noach bouwde om zijn gezin en de dierenwereld de zondvloed te laten overleven; (fig.) huis of bergplaats waar veel verschill...

2024-04-25
Jodendom van A tot Z

Prof.dr. Pieter W. van der Horst (2006)

Noach

in Tenach de hoofdrolspeler in het zondvloedverhaal van Gen. 6-9. In het nabijbelse jodendom gold Noach als het prototype van de rechtvaardige. De haggadische literatuur waarin Noach de centrale figuur was, is verloren gegaan, maar sporen ervan zijn nog te vinden in 1 Henoch, het Genesis-apocryphon van Qumran, het boek Jubileeën, en Josefus. N...

2024-04-25
Prisma van de symbolen

Hans Biedermann (1992)

Noach

in het zondvloedverhaal van de bijbel de tweede stamvader van de mensheid na Adam, wiens pendant Zioedsoeddoe of Oetpanisjtim men op de kleitabletten in spijkerschrift van het Gilgamesj-epos vindt. De bijbelse bouwer van de ark geldt (naast de voedstervader Jozef) als schutspatroon van de timmerlieden, en wegens zijn ontdekking van de benevelende w...

2024-04-25
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Noach

m Hebr. 'rust, troost’; ook verklaard als verkorting van Choerritisch Nachmolei (Soemerisch Zioed-soedra ‘lang leven'), een naam voorkomend in het Gilgamesj-epos. Wegens zijn rechtschapenheid werd Noach door God gered van de zondvloed in de ark (Gen. 6). Noë in Zuid-Ndl. in de 16e eeuw; in het n. Noach, niet voor de 17e e...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Noach

naam van de bekende persoon uit de bijbel; (spr.) dat is er een uit de arke Noachs, iem. die er zeer ouderwets uitziet; — ’t is daar een arke Noachs, er zijn daar veel mensen, kinderen bij elkaar. Vgl. Noë.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Noach

(Hebr. „rust” ook Noè), zoon van Lamech, vader van Sem, Cham en Jafeth. Bouwde een ark, redde zich daarin met de zijnen voor de zondvloed en werd zodoende stamvader der nieuwe mensheid (Gen. 6-9). Gen. 9 : 20 noemt hem als eerste wijnbouwer.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

NOACH

(Hebr.: rust), naar de Latijnse bijbelvertaling ook Noë genoemd, zoon van Lamech, redde zich, volgens de Heilige Schrift (Gen. 5-10) bij de Zondvloed met zijn gezin in de ark en werd aldus de stamvader van een nieuw mensengeslacht. Hij was de eerste, die de wijnstok plantte, de eerste landman en wijnbouwer en ondervond in eigen persoon de geva...