Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

New-Foundland

betekenis & definitie

d. i. Nieuw-Gevondenland, fransch Terre-Neuve, britsch eiland aan de noordkust van Amerika, nabij Labrador, ligt oostelijkvoor de St.-Laurentius-golf, is 1690 vierk. mijlen groot, bevolkt met oinstr. 100,000 zielen (Engelschen, Franschen, Anglo-Amerikanen en inlanders), vormt een afzonderlijk gouvernement van britsch Noord-Amerika, is grootendeels met bosch bedekt en rijk aan verscheurende en andere dieren (bekend is de Newfoundlandsche hond), en heeft tot hoofdplaats de stad St.-Juhns (fransch St,-Jean).

De van ouds zoo vermaarde visscherijen van N.-F. zijn nog altijd de belangrijkste van de geheele aarde; het meest wordt opgeleverd door de zoogenaamde Groole Bank van N.-F., ten 0. en Z. O. van hel eiland, welke zandbank 130 mijl. lang, en op sommige plaatsen 43 mijl. breed is. Aan de zuidkust van N.-F. liggen de drie aan Frankrijk loebehoorende eilandjes GrootMiquelon, Klein-Miquelon of Langlade, en St.-Picrre. In 1497 ontdekt door Giovanni Cabot en zijnen zoon Sebastiaan, werd N.-F. in 1525 bezocht door J. Verazzani, die het in bezit nam namens Frankrijk: intusschen werd er eerst in 1604 eene fransche kolonie aangelegd, nadat 1583 reeds de Engelschen zich op het eiland hadden gevestigd. Bij den vrede van Utrecht werd N.-F. aan Engeland afgestaan; doch bij de tractalen van Parijs (1763) en Versailles (1783) is aan Frankrijk het recht gewaarborgd om op en om N.-F. te visschen. De fransche nederzettingen op N.-F. liggen ter noord- en westkust.

< >