(het) in Indië, of hel rijk van den Groot-Mogoi, gesticht 1505 door Baboer, den kleinzoon van Tarnerlan, bestond aanvankelijk slechts uit het noorderdeel van Hindostan benevens Khorassan, doch breidde zich derwijze uit, dat het onder Akbar 1 geheel Hindostan en het oosterdeel van het Perzische rijk in zich begreep, lntusschen behielden verscheidene districten van Indië ook toen nog hunne eigene vorsten (radzjahs), die op den troon bleven als vasallen van den Groot-Mogoi. De landen, die meer bepaald en rechtstreeks onder zijn gezag stonden, waren ingedeeld in 12 groote provinciën, die elk weder ingedeeid waren in verscheidene nabobiën.
De hoofdstad van het M. in Indië was Delhi. Dit uitgebreide rijk was gedurende anderhalve eeuw (1555—1706) het machtigste en prachtigste van geheel Azië; doch zijn tenietgang, waarvan de kiem reeds dagteekende uit de tweede helft der regeering van Aureng-Zeyb, ging het onder diens opvolgers met rassche schreden tegemoet. Door den inval van Nadir-Schach en de eerste plundering van Delhi (1739) werd de ondergang van het M. nog verhaast. De Abdalis, de Matratten, de Rohillas, eindelijk de Frauschen, en vooral de Engelschen hebben zich beijverd, om het ongelukkige M. te verbrokkelen ; meer dan drie vierde-gedeelten daarvan zijn door Engeland buitgemaakt, en de laatste koning, Scbach-Alem II, heeft 12 jaren van zijn leven doorgebracht als gevangene van de Britsch Oost-Indische Compagnie.Naamlijst der Grool-Mogols
Baboer 1505
Hoemajoem, voor de 1e maal 1530-1541
(6 usurpators, nl.: Sjir-Schach 1541-46; Selim-Schaeh 1546-48; Feroz-Schach, Adel-Schach, Ibrahim-khan, Achmed-khan of Sikander-Schach,1552—'55.)
Hoemajoem, voor de 2e maal 1555
Akbar I 1555
Geangir 1605
Schach-Djihan 1627
Aureng-Zeyb of Alemguir I 1657
Azem-Schach en Schach-Aiem I 1706
Schach-AlemI (alleen) 1707
Djihander-Schach 1712
Faroeksiar 1713
Rafioe-der-Dzjal (3 maanden) 1716
Schach-Djihan II 1716
(Nekossiar, mededinger) Mohammed-Schach 1717
Achmed-Schach 1747
Alemguir II 1753
Schach-Aiem II 1759