Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Mechitaristen

betekenis & definitie

eene congregatie van armenisch-geüniëerde monniken, 1701 te Constantinopel gesticht door den Armeniër Mechitar da Pelro (geb. te Sebaste in Cappadocië 7 Fcbr. 1676, gest. 16 April 1749). Toen het hem namelijk niet gelukte de Armeniërs, die te Constantinopel in twee partijën verdeeld waren, tot elkander te brengen, wendde hij zich tot het Roomsch-Catholicismus, en begon onderwerping aan den paus te prediken, waardoor hij zich blootstelde aan de woede van de priesterschap zijner eigene natie, zoodat hij zich weldra genoodzaakt zag de wijk te nemen naar Smirna, en van daar naar Morea, welke provincie destijds aan de Venetianen behoorde; doch toen ze die in 1717 verloren, zocht Mechitar eene wijkplaats te Venetië, waar hem vergund werd op het eiland San-Lazaro een klooster te stichten, welks monniken zich naar hem M. noemden.

Van Mechitar heeft men verscheidene werken, o. a. een Armenische Bijbel (1733 in fol.); eene spraakkunst van het Armenisch zooals het in de wandeling gesproken, en eene andere zooals het geschreven wordt; een Armenisch Woordenboek (2 dln. 1749—1769); enz. De M. hebben zich ten taak gesteld het Evangelie te prediken, de wetenschap te bevorderen door het in 't licht geven van klassieke werken der Armenische letterkunde, en vereenigingen op te richten ter verspreiding van goede boeken. Sedert 1810 hebben de M. ook een groot klooster {Mechitaristen-Collegium) en een eigene boekhandelaarsfirma te Weenen; sedert 1846 ook een collegie te Parijs; wijders een genootschap te Triest; enz.

< >