Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Mechelen

betekenis & definitie

1) fransch Malines, lat. Mechlinia of Malinw, stad in de belg. prov.

Antwerpen, aan de Dyie, 5 uren gaans benoordoosten Brussel; ruim 31,000 inw.; sedert 1559 de zetel van eenen aartsbisschop, die primaat van Belgie is; middelpunt van het belgische spoorwegnet. Gesticht in 6e eeuw, werd M. door de Noormannen verwoest in 884, weder opgebouwd 897, en versterkt 930. Herhaalde malen werd M. geteisterd door brand (o. a. in 1540 door het springen van een kruitmagazijn); ook werd M. verscheidene malen bezocht door de pest. Geplunderd door de Spanjaarden 1572, door den prins van Oranje 1578, door de Engelschen 1580. In de 17e en 18e eeuw verscheidene malen veroverd en heroverd door de Franschen. In de tweede helft der 19 eeuw werden te M. Roomsch-katholieke congressen gehouden (o. a. weder in 1867).2) dorp in nederl. Limburg, vierdbalf uur gaans ten O. Z. O. van Maastricht; omstr. 2000 inw.
3) dorpje in Gelderland, 8 uren gaans ten Z. Z. 0. van Zutphen.

< >