Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Magnus (Lijfland)

betekenis & definitie

zoon van Christiaan III, koning van Denemarken, geb. 1540, werd tot koning gekozen door de Lijflanders, die het knellende juk der duitsche ridders moede waren (1570). Hij werd dooide Polen van zijne voornaamste bezittingen beroofd, en stierf verlaten en door zijne onderdanen veracht 1583. '

< >