Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Macrobiërs

betekenis & definitie

d. i. die een lang leven hebben, dezen naam gaven de ouden aan verscheidene verafwonende volken, omtrent welke zij slechts onbestemde en fabelachtige bijzonderheden kenden, zoo o. a. de bewoners van het hersenschimmige eiland Meroê, en ook een volk in Ethiopië, aan de oevers van den Zuider-Oceaan, welk volk geacht werd van phenicischen oorsprong te zijn (zie Herodotus III, c. XVII).

< >