Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Lodewijk van bourgogne

betekenis & definitie

(hertog), kleinzoon van Lodewijk XIV, geb. 1682 te Versailles, werd dauphin bij den dood zijns vaders (1711). Hij was de leerling van Fénélon, die voor hem zijne Fables en zijn Télémaque schreef; en zijn deugdzaam karakter beantwoordde volkomen aan de leiding van zulk een leermeester; maar hij gaf blijk van weinig bekwaamheid in het oorlog-voeren, en ondervond niet anders dan tegenheden in den veldtogt van 1708, dien hij in Vlaanderen deed, bijgestaan door den hertog van Vendôme, waarin hij tot tegenstanders had Lugenius en Marlborough.

Hij stierf 1712 aan eene kortstondige ziekte (de mazelen) kort na zijn vader; men hield het er voor dat hij vergeven was. Hij was de vader van Lodewijk XV.

< >