Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Lahore

betekenis & definitie

voormalige hoofdstad van het rijk der Sikhs, sedert 1849 van den britschen Pendzjab, aan den Rawi, 31.3 mijlen benoordw. Calcutta; 95,000 inw.; ofschoon veel van zijn ouden luister verloren hebbende, is L. nog altijd een der aanzienlijkste en merkwaardigste steden van Himlostan.

Het voormalige koningrijk L. (het rijk der Sikhs) bevatte eens het eigenlijke Lahore (de provincie), Cashmere, een gedeelte van Afghanistan en Moeltan ; doch door eene aanhoudende verandering van grenzen, bleef er eindelijk niets van over dan de provincie L., begrensd ten N. door Cashmere, ten O. door Tibet, ten W. door Kaboel, ten Z. door Moeltan. Het eigenlijke L. splitst zich in Zuid-L. (of Pendzjab) en Noord-L. (of indisch Khoezistan). Dit schoone land is verwoest en ontvolkt door aanhoudende oorlogen. Oudtijds maakte het deel uit van het rijk van Porus, den vermaarden mededinger van Alexander den Groote. Afwisselend onafhankelijk, of onderworpen aan de afghaansche of mongoolsche keizers, of zelfs aan de vorsten van Kaboel, werd L. in de 18e eeuw verbrokkeld tot eene groote menigte onafhankelijke kleine vorstendommen, die bezeten werden door de Sikhs. In het begin der 19e eeuw gelukte het aan een bekwaam hoofd, met name Rundzjet-Sing (geholpen door europeesche officieren, inzonderheid door generaal Allard), bijna het gansche koningrijk L. aan zijn gezag te onderwerpen; doch na zijnen dood (1840) spatte zijn rijk weldra weder uiteen ; zijn zoon, Shere-Sing, die hem opgevolgd was, werd 1843 vermoord ; en na allerbloedigste oorlogen riep het rijk L. de hulp der Engelschen in, die 22 Febr. 1846 de stad L. en de citadel bezetteden,en 9 Maart aldaar een vredestractaat sloten met den maharadzja Dhoelid-Sing, waarna ze zich 1849 voorgoed meester maakten van geheel L.

< >