Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Tibet

betekenis & definitie

1) of Thibet, een reeds sedert f642, doch meer bepaald sedert 1724 aan het Chineesche rijk schatplichtig land in Achter-Azië, tusschen het Himalaja-gebergle ten Z. en ten Z. W.,deu Kwenlunn ten N. en het chineesche alpenland ten O.,isomstr. 30,000 vierk. mijl groot; hoofdstad Lahsa, Lahssa of L’Hassa.

2) (Klein-), zie BALTISTAN.

< >