Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Kaschau

betekenis & definitie

hong. Kassa, fransch Cassovte, koninklijke vrijstad in 't hongaarsche comitaat Abaujvar, aan de Hernad, 7 uren gaans bezuiden Eperies; 16,500 inw.; is tegenw. een der voornaamste expeditie-plaalsen voor het handelsverkeer tusschen Hongarije, Galicie en Polen; werd onder de regeering van Emerik omringd met muren; 1270 door Stephanus V, en later door Andreas lil, vergroot; doorstond 1441 eene belegering der Bohemers.

Aangaande de Vlakte van K. zie AMSELFELD.

< >