Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Emerik

betekenis & definitie

koning van Hongarije, zoon van Bela III, volgde hem 1196 op den troon, vaardigde strenge wetten uit tegen de rooverijén der edelen, dempte door zijne welsprekendheid en onverschrokkenheid een opstand zijner armee, schonk aan zijn broeder Andreas (den aanstoker van dien opstand) vergiffenis, sloot een verdrag met Venetië, en stierf 1204, de kroon nalatende aan zijnen zoon Ladislas, die er slechts zes maanden het wicht van torschte.

< >