d. i. Eilanden van de Groene Kaap, eene uit tien eilanden en eenige eilandklippen bestaande portugeesche bezitting, gezamenlijk circa 81 vierk. mijlen groot, met 87,000 zielen bevolkt, en aan de westkust van Afrika gelegen, 70 mijlen van Kaap-Verd.
De K. worden onderscheiden in twee groepen, nl.: eene westelijke groep (Eilanden boven den wind), waartoe belmoren de eilanden Sao-Antao, Sao-Vincente, Sta.-Lucia en Sao-Nicolao; en eene oostelijke groep (Eilanden onder den Wind), waartoe belmoren de eilanden Brava, Fogo, Santiago, Boavista, Majo en Sal. De meeste dezer eilanden zijn van vulcanischen oorsprong. De havenplaatsen zijn: Porto-Grande op Sao-Vincente, Preguizo op Sao-Nicolao, Porto-Praja op Santiago en voornamelijk Boavista. Het grootste eiland is Santiago, groot 36 vierk. mijlen; het belangrijkste echter is Boavista. De gouverneur resideert te Porto-Praja. De K. werden 1456 ontdekt door Cadamosto.