Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Jugurtha

betekenis & definitie

koning van Numidie, zoon van Mastanabal, werd opgevoed aan het hof van zijnen oom Micipsa, met wiens beide zonen (Adberbal en Hiempsal) J. gezamenlijk het rijk erfde (119 v. Chr.).

Liever alleen willende regecren, liet J. reeds 116 v. Chr. zijnen neef Hiempsal van het leven berooven. Toen Adherhal deswege, en om een gelijk lot Ie ontgaan, de hulp der Romeinen ingeroepen had, werden verscheidene romeinsche veldheeren, die tegen J. werden afgezonden, door J. omgekocht, en ook Adherhal van het leven beroofd (112 v. Chr.) in de stad Cirla, waar J. hem belegerd had. Eindelijk evenwel kreeg J. met een romeinsch veldheer te doen, die zich niet door zijn goud liet omkoopen, nl. Cecilius Metellus, die hem 109 v. Chr. de nederlaag toebracht. Vervolgens ook door Marius verslagen, werd J. 106 v. Chr. door zijnen schoonvader Rocchus, den koning van Mauritanië, aan de Romeinen uitgeleverd, en 104 v. Chr. bij den zegevierenden intocht te Rome door Marius als gevangene medegevoerd, en vervolgens in den kerker geworpen, waar men hem van honger liet omkomen. De oorlog der Romeinen tegen J. is beschreven door Sallustius.

< >