(Doctor) volgens de legende een befaamd heksenmeester, geboortig uit Knittlingen in het Wurtembergsche, of (naar door anderen beweerd wordt) uit Roda bij Weimar, leefde in de tweede helft der 15e en in het begin der 16e eeuw, studeerde aan verscheidene hoogescholen, en had zich zoodoende in het bezit gesteld van alle destijds bekende wetenschappen (theologie, philosophie, rechtsgeleerdheid, sterrekunde, astrologie, zwartekunst, demonologie, enz.), toen hij, bij den dood van een rijken bloedverwant, diens gansche vermogen erfde. Van dat oogenblik af begon F. zich over te geven aan allerlei zingenot en buitensporigheid; en toen hij daarmede weldra de gansche erfenis had doorgebracht, zocht bij geld te verdienen met zijne kundigheden, inzonderheid als toovenaar.
Om te beter daarin te slagen, ging hij een verbond aan met den Duivel; deze zou hem 24 jaren dienen in de gedaante van Mephistopheles, waartegen F. zich aan hem overgaf met lichaam en ziel. Met zijnen knecht (Mephistopheles) reisde F. nu rond, verbaasde iedereen door zijne wondertoeren, en leidde een allerpleizierigst leven, totdat eindelijk de 24 jaren om waren ; toen brak de Duivel hem op gruwelijke wijze den hals te Rimlich bij Wittenberg (er worden ook andere plaatsen genoemd); dit gebeurde omstreeks het jaar 1545. Als minnares van Faust noemt men de onschuldige Margareta; zijn knecht wordt in de legende Walger of Wagner genoemd ; en zijn trouwe hond, die hem overal vergezelde, heette Prestigiarius. Het lijdt geen twijfel, dat er wel werkelijk iemand geleefd zal hebben, wiens leven en lotgevallen aanleiding hebben gegeven om het sprookje van Doctor Faust in de wereld te brengen. Dat sprookje is dan ook op alle bedenkelijke wijzen uitgewerkt en behandeld door dichters, schrijvers en kunstenaars, als afschrikkend voorbeeld, hetzij om de zucht naar toover-kunstenarijen tegen te gaan, hetzij om op de gevaren van eene te zinnelijke levensmanier te wijzen, en zoo al meer.'De verhevenste opvatting echter vindt men in den Faust van Gothe.