Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Johannes coccejus

betekenis & definitie

eigentlijk Cock, duitsch godgeleerde, geb. 9 Aug. 1603 te Bremen, gestorven 5 Nov. 1669, bekleedde leerstoelen eerst te Bremen, toen te Franeker, 1649 te Leyden, en was de grondlegger van eene nieuwe uitlegkunde der Heilige Schrift, die tot zeer veel twistgeschrijf aanleiding gaf. De aanhangers van den (voor zijnen tijd inderdaad) zeer geleerden C. werden Coccejanen genoemd.

Hij stierf aan de te Leyden heerschende pest 4 Nov. 1669.Zijne werken bijeen verschenen 1673 te Amsterdam (8 dln. in fo 1.).

< >