Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Johan jacob bodmer

betekenis & definitie

dichter en letterkundige, geb. 19 Julij 1698 te Greifensee bij Zurich, eerst tot den geestelijken, toen tot den koopmansstand bestemd, wijdde zich vervolgens geheel aan dichtkunde en historische wetenschappen, werd 1725 prof. der zwits. geschiedenis aan de hoogeschool te Zurich, en vervolgens ook lid van den grooten raad dier stad. Van grooten invloed was B. door zijne geschriften op het hervormen van den wansmaak in de duitsche litteratuur; hij stierf te Zurich 2 Jan. 1783.

< >