bij de treurspeldichters Iphigenia genaamd, dochter van Agamemnon en Ciytemnestra, moest aan de godin Diana geofferd worden om haren toorn te stillen, dewijl Agamemnon eene aan haar gewijde hinde gedood had in de bocht van Aulis, tot straf waarvoor de góden hem met zijne f0 schepen den tocht naar Troje door tegenwind onmogelijk maakten. Toen Agamemnon eindelijk aan de dringende vertoogen der met hem verbondene vorsten toegaf om I. te offeren, rekende godin Diana zich bevredigd, en bracht I. als hare priesteres naar Tauris, haar ten taak opdragende om iederen Griek, die daar zou aankomen, het leven te benemen.
Toen nu I.’s eigen broeder Orestes in Tauris aan wal werd geworpen, was I. op het punt om bent aan de godin te offeren; doch hij maakte zich bekend, en nu vluchtte 1. met hem naar Brauron bij Marathon in Attica, waar zij als priesteres stierf. Euripides heeft de offergeschiedenis behandeld in zijn treurspel •Iphigenia in Aulis”, haar verblijf bij de Tauriërs en hare ontvoering van daar door haren broeder in zijn treurspel »Iphigenia in Tauris”. Vele kunstenaars en dichters hebben dezelfde stof later behandeld, o. a. heeft Gluck (zie dat art.) twee operaas daarop gecomponeerd.