de Artemis der Grieken, dochter van Jupiter en Latona, geb. op het eiland Delos, had drie verschillende rollen te vervullen, nl. op de aarde, in den hemel en in de onderwereld, en droeg uit dien hoofde drie verschillende namen. Op de aarde was zij, onder den naam van Diana, de godin van de jagt en van de kuischheid, en werd door zwangere vrouwen aangeroepen om eene voorspoedige verlossing.
In den hemel was zij, onder den naam van Pheebe, de godin der maan, gelijk haar tweelingbroeder Apollo de god der zon was. In de onderwereld was zij, onder den naam van Hecate, de godin, die het opzigt had over het betooveren en het boete-opleggen. Aan D. worden verscheidene avonturen toegedicht: zoo veranderde zij den jager Acteon in een hert, omdat hij de vermetelheid had gehad hare schoonheden te begluren terwijl zij bezig was met baden ; doch in weerwil van hare zoo hooggeroemde kuischheid had zij liefdes-avonturen gehad met Endymion, Pan en Orion. Hare eeredienst was verbreid op vele plaatsen; maar inzonderheid werd zij vereerd te Ephesus, waar zij den prächtigsten tempel had, die op de gansche wereld bestond (die tempel werd in de asch gelegd door Erastratus); men leze het 19e hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen, hoe het den zilversmid Demetrius gelukte een volksoproer te bewerken tegen Paulus, omdat diens evangelie-prediking hem benadeelde in zijn debiet van zilveren Diana-beeldjes. Zij werd o. a. ook vereerd in Tauris, waar men haar de vreemdelingen offerde, die door schipbreuk of door storm of noodweer op de kust werden geworpen; ook te Aricia bij Rome, waar haar tempel bediend werd door een priester, die niet tot die waardigheid geraken kon of hij moest zijnen voorganger om het leven hebben gebragt ten einde zoodoende de plaats ledig te maken voorzichzelven.Zijwordtgemeenlijkvoorgesteld in eene korte,ligte tunica, met een boog gewapend en meteenehindeofeenjagthondaan hare zijde.