grieksch lierdichter uit Rhegium in Neder-Italiè, leefde in het midden der 6e eeuw v. Chr. aan het hof van Polycrates in Santos, en stierf later in zijne geboorteplaats.
Volgens de legende echter werd hij op den openbaren weg door roovers overvallen en vermoord; op het oogenblik, waarop hij ter dood gebracht werd, zag hij een troep kraanvogels voorbijvliegen, en die riep hij tot getuigen aan. Eenigen tijd later bevonden zich een paar zijner moordenaars op de markt te Corinthe, toen een hunner, kraanvogels voorbij ziende vliegen, tot den anderen zeide: »Daar zijn de getuigen van Ibyeus!” Deze woorden werden ter kennis gebracht van den magistraat, die dadelijk de roovers deed vatten en in het verhoor nemen. Zij bekenden hunne misdaad, en ontvingen hunne straf. Wij bezitten fragmenten van een dichtstuk van I., getiteld; »De ontvoering van Ganymedes”, gedrukt achter de »Carmina illustriurn fceminarum” van Fulvius Ursinus (Antwerpen 1568).