Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Hermas

betekenis & definitie

1) een der zoogenaamde Apostolische vaderen, wordt genoemd als schrijver van het in de oude Kerk hooggeëerde werk Pastor (De Herder), dat echter slechts in twee lalijnsche vertalingen (de dikwijls gedrukte Vulgata en die van den palatijnschen Codex in de Vaticana) bekend was, totdat door den Griek Simonides een grieksch oorspronkelijk handschrift aan de leipziger universiteits-bibliotheek kwam, dat door Dindorf en Anger (Leipzig 1856), daarna door Tischendorf (in Dressel's »Patrum apostolicorum opera”, Lpz. 1857) in het licht gegeven werd. Uit den griekschen oorspronkelijken tekst is waarschijnlijk ook eene ethiopische vertaling voortgekomen, die door d’Abbadie naar Europa gebracht, en door Dilimann met eene latijnsche overzetting (Leipzig 1860) in het licht gegeven is.

2) een der eerste Christenen, vermeld in Paulus' zendbrief aan de Romeinen, 16 : 14.

< >