uit Ephesus, grieksch wijsgeer omstr. 500 v. Chr., bekleedde in zijne vaderstad een aanzienlijk ambt; doch, het slachtoffer geworden van eene groote onrechtvaardigheid, onttrok hij zich aan het ambtelijk, en zelfs aan het gezellig leven, en zocht de afzondering in een afgelegen gebergte, waar hij van kruiden en planten leefde; dien ten gevolge reeds ontijdig door de gebreken van den ouderdom overvallen, liet hij zich op 60-jarigen leeftijd doodhongeren.
Om zijne bitterheid van gemoed en menschenhaterij heeft men hem voorgesteld als iemand, die altijd weende over de verdorvenheid van het menschdom; en als zoodanig wordt hij als tegenhanger genoemd van Democritus, die altijd lachte.