Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

George Rooke

betekenis & definitie

(sir), engelsch admiraal, geb. 1650 in ’t graafschap Kent, gest. 1708, was viceadmiraal, vervolgens raad van prins George van Denemarken, eindelijk lord groot-admiraal, onder Willem en koningin Anna opperbevelhebber eener vloot, ontwikkelde veel talent in de zeeslagen bij la Hogue en bij Malaga, forceerde de estacade van Vigo (1702), bemachtigde Gibraltar (1704).

< >