godin der (gelukkige of ongelukkige) toevalligheid, doorgaans echter de geluksgodin genoemd, werd vooral vereerd bij de Romeinen, en is identiek met de TychederGrieken. Behalve in Rome, had zij ook in andere plaatsen prachtige tempels, o. a. te Antium, bij de Volscen, en te Fanum-Fortunae in Etrurië.
Zij wordt voorgesteld kaal van achteren, blind, gevleugeld, en staande met een harer voeten op den aardkloot, terwijl het andere been vrij hangt.