Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Fidzfji-eilanden

betekenis & definitie

engelsch Fiji-Islands, in de taal der inboorlingen Witi-eilanden, een uit 225 slechts ten deele bewoonde eilanden bestaande archipel in Polynesië; bevolkt met omstr. 260,000 zielen ; gezamenlijke grootte circa 378 vierk. mijlen. De voornaamste eilanden zijn Witi-Lewoe (circa 2H), Wanoea-Lewoe (circa 117), Tavioeni (10) en Kandavoe (circa 10 vierk. mijlen).

De bewoners, een sterk en vernuftig menschenras, waren tot nog in de 19e eeuw berucht als woeste menschen-eters. Na onbeschrijfelijke, sedert 1838 aangewende pogingen, mocht het eindelijk in 1854 den engelschen zendelingen gelukken den machtigen vorst van Mboea tot het Christendom te bekeeren; sedert dien tijd voert hij den titel van koning der F., en heeft zich 1860 bij verdrag onder het protectoraat van Groot-Britanniê gesteld. De koning resideert te Mboea, op de oostkust van Witi-Lewoe; sedert 1861 zetelt een britsch resident in de havenplaats Soeva, op de zuidkust van dat eiland. De F. werden 1643 ontdekt door Abel Tasman.

< >