(vrijheer),de laatste grootmeester der Maltczer-orde, geb. 9 Nov. 1744 te Dusseldorf, kwam op zijn 12e jaar als page van den grootmeester naar Malta, klom allengs op in de Orde, en werd 1797 zelf tot grootmeester verkoren. Naar men wil liet hij zich door het geld en de schoone beloften van het Directoire overhalen, om zich zonder tegenstand te onderwerpen aan de fransche vloot, waarmede Bonaparte, op zijnen tocht naar Egypte, 10 Juni 1798 bij capitulatie Malta bemachtigde, waarop H. met de ridders het eiland verlaten moest.
Hij ging scheep naar Triest, protesteerde daar te vergeefs tegen de fransche overweldiging, en deed eenige maanden later van zijne waardigheid afstand ten behoeve van keizer Paul I van Rusland. Hij zwierf eenigen tijd in Duitschland rond, zonder dat het hem door Frankrijk toegezegde jaargeld uitgekeerd werd; slechts met moeite verkreeg hij in eens af eene som van 15,000 francs; hij stierf te Montpellier in Frankrijk 1803.