een rhelor uit de 3e eeuw, geb. omstr. 261, gest. 311, onderwees de redekunst te Augustodunum (d. i. Aufun), was geheimschrijver van Constantius Chlorus, en had het oppertoezicht over de scholen in Gallië.
Men heelt van hem nog slechts vier lofredenen, voorkomende in de >Panegyrici veteres” (Parijs 1643; in het Fransch vertaald door abbé Landriot 1854). Het Latijn van E. is beter, dan dat van andere schrijvers zijner eeuw.