fransch geleerde, geb. 27 Febr. 1823 te Tréguier in T dept. Côtes-du-Nord, sedert 1856 lid van de_»Académie des Inscriptions”, deed 1860 op last van het gouvernement eene wetenschappelijke reis naar Syrië, die inzonderheid voor phenicische oudheid resultaten aanhracht.
Sedert 1862 is hij professor «Ier Hebreptiwsche taal aan ’t Collége de France te Parijs. Van jongs af aan bekend a's een bestrijder van hel louter op kerkelijk gezag afgaande geloof, gaf zijne openingrede (Febr. 1862) aanleiding lot eenige demonstralien. Door geheel Europa werd zijn naam vermaard door zijn Vte de Jésus (2 «Hu. Parijs 1863), dat, hoezeer verre achterstaande in degelijkheid van gehalte hij »Das Leben Jesu” van Strnu«s (zie STIUUSS), niettemin een werk is, dat, voor de oppervlakkigheid van den franschen volksgeest uitmuntend geschikt, eenen grooien opgang maakte, en in schier alle talen van Europa overgezet is. Van R.’s overige werken noemen wij bijzonder: Hisfo/re générale el' système comparé des langues sémitiques (dl. 1,2e druk Parijs' 1858); L'Averroès et l'Arerroisme (Parijs 1860); De l'origine de langage (Parijs 1857); enz. Hij was de schoonzoon \an Ary Sc heffer, bij wiens leraarde bestelling R. tegenwoordig was te Dordrecht.
