Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Elim

betekenis & definitie

eene plaats met 12 waterfonteinen en 70 palmboomen, waar de Israëlieten, nadat zij van Mara opgetrokken waren, zich nedersloegen, na hunnen uittocht uit Egypte (Exod. 15: 27; Numeri 33: 9), en van waar zij optrokken naar de Schelfzee (Numeri 33: 10), en toen kwamen zij in de woestijn Sin (Exod. 16: 1; Num. 33: H).

< >