naam van twee tirannen van Syracuse, nl.:
1) bijgenaamd de Oude, of de Dwingeland, was de zoon van geringe lieden, en begon zijne loopbaan als gemeen soldaat, klom van lieverlede op tot veldheer, en werd omstr. 406 v. Chr. met de hoogste magt bekleed. Door staatkundig doorzigt eri krijgsmansbeleid hield hij zich als tiran van Syracuse staande, doch schandvlekte zijne regering door daden van wreedheid en dwingelandij. Hij was zóó kwaaddenkend, dat zijne vrouw en zijne kinderen nooit in zijne kamer mogten komen of hij moest zich eerst vergewist hebben, dat ze niets in of onder hunne kleederen hadden verborgen. Hij begunstigde philosophen en dichters, en maakte zelf verzen. Een zijner treurspelen behaalde den prijs te Athene; en op die overwinning trotscher zijnde dan op al de overwinningen, die hij op het slagveld had behaald, liet hij deswege een feestmaal aanrigten, bij welke gelegenheid hij derwijze de matigheid uit het oog verloor, dat hij dien ten gevolge aan maag-overlading stierf (368 v. Chr.); hij was 63 j. oud, en had 38 j. geregeerd.
2) bijgenaamd de Jonge, zoon van den vorige, volgde 568 v. Chr. zijnen vader op, riep den wijsgeer Piato aan zijn hof, en scheen zich naar diens raadgevingen te willen gedragen; doch het duurde niet lang of hij joeg hem weg, en gaf zich over aan losbandigheid en wreedheid. Hij zond zijnen zwager Dion in ballingschap ; doch deze verzamelde eenige troepen en rukte op Syracuse aan (dat hij in drie dagen tijds vermeesterde, 357 v. Chr.), en verdreef den tiran. Tien jaren later keerde D. als tiran in Syracuse terug, doch werd weldra wederom verdreven, ditmaal door Timoleon, den veldheer der Corinthiërs. Nu nam D. de wijk naar Corinthe, en werd daar schoolmeester, zegt men, om in zijn levensonderhoud te voorzien.