Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Cycliken

betekenis & definitie

die grieksche dichters, wier werken als in een cirkel (cyclus) de geschiedenis bevatten van de feilen, die betrekking hebben op Troje. Opgetreden omstreeks eene eeuw na Homerus, stelden de C. zich ten taak om diens heldendicht te voltooijen, door al de gebeurtenissen te bezingen, die den Ilias voorafgingen of volgden.

Onder hen moet men de dichters onderscheiden, wier werken als de klassiekste bijeengebragt zijn door de taalgeleerden van Alexandriê onder den naam van Cyclus epicus; dit zijn, na Homerus en Hesiodus, Pisandrus van Camirus en Panyasis van Samos (elk schrijver van een Heracleis) en Antimachus, schrijver van eene Thebais. Van de andere cyclische dichters zijn de voornaamste: Stasinus van Cyprus, Hegesias van Salamis, Lesches van Lesbos, Stesichoras van Himera en Choerilus van Samos. De fragmenten, die van deze dichters tot ons gekomen zijn, staan gedrukt achter den .Homerus" van Wolff (Leipzig 1817). Bij deze dichters zou men nog Coluthns, Tryphiodorus en Quintus van Smirna kunnen voegen, drie dichters te Alexandriê, die ook beproefden het ruime veld der geschiedenis van Troje dienstbaar te maken aan hunne dichterlijke aandrift.

< >