prov. in Lombardijë met 335,000 zielen, en de hoofdpl. C., aan de Po, 8 mijlen bezuidoost.
Milaan; 29,000 inw.; geboortepl.van Amati, Guarneri, Stradivarius, door wier uitmuntende violen (de Cremonezer violen) G. beroemd is. Door de Galliërs gebouwd, werd C. 291 v. Chr. eene romeinsche volkplanting. Octavius verdeelde het grondgebied dezer stad onder de veteranen van zijne legers tot straf, omdat C. de partij van Antonius had gekozen. In de omstreken werd 69 na Chr. de vermaarde slag van Bcdriacum geleverd. In 1702 werd C. ingenomen door de keizerlijken, die er den maarschalk de Villeroi gevangen namen. De Franschen bemagtigden C. 1796 en 1800; toen werd C., bij Frankrijk ingelijfd, hoofdpl. van het dept. Alto-Po (0pper-Po). In 1814 werd C. aan Oostenrijk teruggegeven.